Er bestaat zoiets als de blauwdruk van de ziel, en ieder mens heeft zo’n blauwdruk. Het is de eenvoudige vooronderstelling dat iedereen hier op aarde een bepaalde missie te vervullen heeft. De meeste mensen zijn hun blauwdruk vergeten. Ze weten niet waarvoor ze hier zijn en wat hun missie is. Maar die is nog steeds in het onbewuste aanwezig. Onze ziel heeft die voor ons bewaard. Het ontdekken van je blauwdruk geeft je antwoord op je vraag hoe jij je leven dienstbaar kan maken aan een groter doel. Het is het antwoord op het gevoel diep in jou dat je hier niet voor niets bent, en dat je jou talenten niet voor jezelf alleen gekregen hebt. Het geeft diepe vervulling je leven vervolgens in overeenstemming daarmee in te richten en gelukkig te zijn. Zo’n blauwdruk is niet iets statisch, maar wel een dynamisch en levend organisme dat het hele leven vorm en richting kan geven en dat met elke stap die je zet het bewustzijn daarover laat groeien. Want het is een oude wet dat je meer inzicht krijgt naarmate je leeft naar het hoogste inzicht dat je hebt. Dat geeft je missie vleugels.

De ziel geeft ons, behalve rechtstreekse boodschappen, ook twee soorten aanwijzingen: de eerste is enthousiasme, een warm en sterk gevoel, we gaan stralen. Dingen waar we warm voor lopen horen stellig tot onze missie, de kracht van onze ziel straalt door ons heen en wordt ook door anderen waargenomen. De tweede is vanzelfsprekende moeiteloosheid: de dingen die als vanzelf gaan laten ons moeiteloos stromen in de richting van onze levensopdracht.

Als we vervreemd zijn van onze blauwdruk, slaat enthousiasme om in moeheid, gelatenheid, zelfs depressiviteit. De moeiteloosheid wordt tegenslag, en uiteindelijk crisis. Het leven kan bij voortgaande doofheid met een verhevigde vorm van beide reageren: burn-out en crisis (ziekte, echtscheiding, baanverlies). Als je deze verschijnselen herkent, is het vermoedelijk tijd om stil te worden en naar je ziel te luisteren. In het andere geval ben je waarschijnlijk enthousiast en moeiteloos bezig te doen waarvoor je gekomen bent.

Er komt een man bij de hemelpoort en Petrus vraagt hem: ‘Zeg me eens, wat heb jij op aarde gedaan, heb jij je missie vervuld?’ En hij antwoordt trots: ‘Ik heb geprobeerd om heel goed te leven en net zoals Mahatma Gandhi en Martin Luther King te zijn.’ Waarop Petrus antwoordt: ‘Jammer, maar die twee hebben we hier al rondlopen. Wie ben jij geweest?’

 

Op het moment dat ik van mezelf begon te houden, begreep ik dat ik steeds weer en bij iedere gelegenheid, op het juiste moment en op de juiste plaats ben. Dat alles wat gebeurt goed is. Vanaf dat moment heb ik rust.
Nu weet ik dat men dat VERTROUWEN noemt.
 
Op het moment dat ik van mezelf begon te houden, kon ik accepteren dat emotionele pijn en lijden slechts waarschuwingen voor me zijn, dat ik niet mijn waarheid leef.
Nu weet ik dat men dat AUTHENTICITEIT noemt.
 
Op het moment dat ik van mezelf begon te houden, ben ik ermee opgehouden naar een ander, beter leven te verlangen. Ik kon zien dat alles om me heen een uitnodiging is om te groeien.
Nu weet ik dat men dat RIJPEN noemt.

Heart Nature 02

 
Op het moment dat ik van mezelf begon te houden, ben ik ermee opgehouden mezelf van mijn vrije tijd te beroven. Ik ben opgehouden met het bedenken van geweldige projecten voor de toekomst. Op het moment doe ik slechts dat wat me vreugde en plezier brengt, waar ik van hou en wat mijn hart blij maakt. Op mijn manier en in mijn eigen tempo.
Nu weet ik dat men dat EERLIJKHEID noemt.
 
Op het moment dat ik van mezelf begon te houden, heb ik me bevrijd van alles dat niet gezond voor me was. Van eten, mensen, dingen en situaties, van alles dat me steeds maar weer naar beneden trok, weg van mezelf. In eerste instantie noemde ik dat gezond egoïsme.
Nu weet ik dat het ZELFLIEFDE is.
 
Op het moment dat ik van mezelf begon te houden, ben ik gestopt met altijd gelijk willen hebben. Daardoor heb ik me steeds minder geïrriteerd.
Nu weet ik dat men dat NEDERIGHEID noemt.
 
Op het moment dat ik van mezelf begon te houden, heb ik geweigerd nog langer in het verleden te leven en me zorgen te maken om de toekomst. Nu leef ik alleen nog maar in het ogenblik, daar waar alles gebeurt.
Zo leef ik op dit moment iedere dag en noem het BEWUST ZIJN.
 
Op het moment dat ik van mezelf begon te houden, begreep ik dat mijn denken me klein en ziek kan maken. Op het moment dat ik mijn hart liet spreken echter werd mijn verstand, mijn denken, een belangrijke partner.
Deze verbinding noem ik nu DE WIJSHEID VAN HET HART.
 
We hoeven niet meer bang te zijn om ons bloot te geven. Ook hoeven we geen conflicten met onszelf en anderen te vrezen: zelfs sterren botsen weleens op elkaar en juist daardoor ontstaan er weer nieuwe.
Nu weet ik: DAT IS HET LEVEN…
 
Tekst die Charlie Chaplin schreef op zijn 70e verjaardag op 16 april 1959.

 

John Lennon - Imagine

Imagine there's no heaven
It's easy if you try
No hell below us
Above us only sky
Imagine all the people
Living for today... Imagine there's no countries
It isn't hard to do
Nothing to kill or die for
No religion too
Imagine all the people
Living live in peace... You may say I'm a dreamer
But I'm not the only one
I hope someday you'll join us
And the world will be as one Imagine no possessions
I wonder if you can
No need for greed or hunger
A brotherhood of man
Imagine all the people
Sharing all the world... You may say I'm a dreamer
But I'm not the only one
I hope someday you'll join us
And the world will live as one

change-your-lifeIn one of his many books, author Max Lucado tells the fanciful story about what he supposedly did one time while he and his family were living in Brazil. They had gone on a week-long summer vacation and returned home to find that Max had inadvertently unplugged the freezer instead of the radio. For seven days this freezer full of food had sat there in a very hot apartment with the power off.

Max was soon identified as the culprit and, therefore, given the clean-up responsibility. He knew exactly what to do. He got a bucket and a rag and started washing the outside of the freezer. He was sure if he polished it up really nice that the horrible smell would go away. When he got through he opened the freezer door, but the rotten mess of spoiled food was still there.

So then he decided that what that freezer needed was a few friends. What a sorry social life it had as the lone appliance in a utility room. It wasn’t easy, but Max managed to round up a number of other stoves, refrigerators, and washing machines. They practically filled the apartment. What a party! They played games (pin the plug in the socket) and told microwave jokes. Max just knew that all this social interaction would cure the inside of the freezer. Yet when he opened the door again to check, the stink was even worse!

The next idea Max came up with was a winner, or so he thought. He figured that this freezer just needed some status–a little prestige to raise its self-esteem. So he got a Mercedes sticker and put it on the front. On the back he stuck a “Save the Whales” bumper sticker and even installed a cell phone on the side. He sprinkled a little cologne on top and gave it a credit card, too. This was one classy freezer. Max stepped back and gazed with admiration saying, “You might just make the cover of Popular Mechanics!” The freezer just blushed. Expecting to find the inside all nice and clean as well, Max was practically knocked over by the odor when he opened the door this time.

Max (you’ve got to admire his persistence) gave it one last try. He decided his freezer was really in need of some high-voltage pleasure, so he got it several copies of Playfridge (you know, the magazine that has full-color photos of freezers with the doors open). He rented some videos featuring sexy appliances. A few days of all this supercharged entertainment should have done the trick, Max thought. When he opened the door, he nearly got sick.

By now you’re thinking, “What kind of idiot would waste all this effort on the outside when the problem was on the inside?” But wait a minute, don’t we do the same thing?

A homemaker is struggling with depression. What does her friend suggest? Going out and buying a new dress! A husband has an affair and finds that it only leaves him with a huge burden of guilt. The solution? A new set of friends! Start hanging around with people who don’t make you feel guilty. In a hundred different ways, we fix up the outside while ignoring the inside. The moral of the story about Max’s silly antics is clear: “You change your life by changing your heart.”

—- The Applause of Heaven by Max Lucado. Word, 1990. Pages 122-125.

 

 

SteenhouwerTik, tik, tik, deng! klinkt het in de vallei.
Tiktik, tiktik, tiktik, deng deng! kaatsen de bergen terug.
Een week geleden was een steenhouwer naar de bergen gekomen. Hij had een rots uit hun midden los gewrikt en had die op een kar naar de vallei gedragen. Daar bewerkt hij nu de rots met hamer en beitel. Maar veel plezier heeft hij niet in zijn werk.

'Wat heb ik toch een stom werk', zegt de steenhouwer. 'Dag in dag uit hak ik hier in die stomme steen. Nooit eens zal de steen meewerken.' Hij geeft een venijnige slag op zijn beitel. Een klein scherfje laat los. 'Waar doe ik het voor?', roept de steenhouwer uit. 'Ik werk me een slag in de rondte en verdien amper genoeg geld om brood te kopen. Was ik maar rijk! Dan kon ik lekker doen wat ik zelf wilde. Dan kon ik zelfs gewoon de hele dag niks doen.'

Dan hoort hij een stem. 'Je bent wat je wilt zijn', zegt de stem. Verbaasd kijkt de steenhouwer om zich heen. Hij ziet niemand. Maar naast hem ligt ineens een berg goud. En zijn broek zakt af, zo zwaar zijn de zakken. De steenhouwer voelt erin en haalt handenvol goudstukken uit zijn zakken. 'Ik ben rijk!', roept hij en loopt op een drafje naar huis. Maar dan rollen zijn ogen bijna uit hun kassen van verbazing. Zijn eenvoudige hutje is een paleis geworden! In en om het paleis draven en dribbelen wel twintig bedienden die hem schotels verrukkelijk eten voorzetten, zijn schouders masseren, zijn voeten wassen en zijn haar met geurige olie inwrijven. De man voelt zich de koning te rijk. Dolgelukkig is hij. Eindelijk leidt hij het leven dat hij altijd al had gewild. Wekenlang geniet hij, hij doet de hele dag niks en laat zich heerlijk bedienen.

Dan komt de koning door het dorp. De man laat zich naar de weg dragen en ziet de koets. 'Ha', denkt hij, 'Zo'n koets zou ik ook kunnen kopen als ik wilde. Nog wel een mooiere ook.' Hij ziet de hofhouding van de koning. Die ziet er maar armzalig uit bij de schare bedienden die hij zelf heeft. Maar toch knaagt er iets. 'De koning heeft iets dat ik niet heb', denkt de man. 'Ik kan mensen met geld kopen, maar decreten uitvaardigen die iedereen moet gehoorzamen, dat kan ik niet. En als ik door de straten rijd, komt niemand naar me zwaaien. De koning is pas echt machtig. Wat zou ik graag koning zijn.'

Weer hoort de man een stem. 'Je bent wat je wilt zijn', zegt de stem. En plotseling wordt de man koning. Machtiger nog dan de koning die voorbij was gereden wordt hij. Heerlijk vindt hij het dat de mensen nu voor hem buigen, ook als hij ze niet heeft betaald daarvoor. Hij geniet ervan als mensen ook een beetje bang voor hem zijn. Ze sidderen voor zijn ochtendhumeur en bibberen al wanneer hij hen een beetje streng aankijkt als ze iets willen vragen. 'Ik ben als koning geliefd en gevreesd', denkt hij handenwrijvend. 'Ik beschik over leven en dood.' En dat klopt. Als hij in een goed humeur is, vindt hij een lichte straf genoeg. Is hij in een slecht humeur, dan regent het doodstraffen. Nooit hoeft hij uitleg te geven of sorry te zeggen, want konings wil is wet. Verrukkelijk!

Maar na een tijd gaat het toch een beetje vervelen. 'Is dit alles? k wil meer', denkt de koning, 'maar ik weet niet wat.' Dan ziet hij de zon. 'Die is nog machtiger dan ik', denkt de koning. 'Ik wil de zon zijn.'

'Je bent wat je wilt zijn', zegt de stem en koning wordt zon. Hij bepaalt of het dag is of nacht. Alle klokken worden op hem afgestemd. Als hij opkomt, gaat de haan kraaien en gaan de mensen werken. Is hij op zijn hoogtepunt, dan gaan de mensen eten en even rusten. Kruipt hij onder de horizon weg, dan gaan de mensen slapen. Iedereen kijkt naar hem op, vaak met de handen voor de ogen want hij is oogverblindend in al zijn stralende grootheid. Hij verwarmt mens en dier, maar kan ook ongenadig branden. 'Niets kan zonder mij bestaan', denkt de zon. Maar met hem leven is lang niet altijd een pretje. 'De koning is machtig', denkt de zon, 'maar ik, ik alleen beschik echt over leven en dood. Ik ben allermachtigst.'

Maar wat is dat? Beneden hem schuiven wolken tussen zon en aarde. ineens kan hij niks meer zien dan alleen een dikke witte deken. 'Ga weg daar!', roept de zon. Maar de wolken giechelen en blijven lekker lui dobberen. Ze doen spelletjes 'wie ben ik' en veranderen voortdurend van vorm. Een krokodillenwolk voegt zich samen met een andere wolk tot een kameel. 'Hé, dat kan ik niet', denkt de zon. 'Ik ben altijd alleen maar dit ene stralende middelpunt, maar zij kunnen bewegen zoals ze willen. Zij zijn echt vrij. Ik wou dat ik een wolk was.'

'Je bent wat je wilt zijn', zegt de stem en zon wordt wolk. Heerlijk is het om wolk te zijn en je luchtig en ontspannen te laten meevoeren door de wind. Het mooiste moment is als de zon ondergaat. Dan kun je als wolk eindeloos van kleur veranderen. De wolk maakt er prachtige voorstellingen van en geniet van de aandacht van alle mensen die ademloos naar hem kijken. Maar dan voert de wind hem mee en duwt hem omhoog, naar een koudere luchtlaag. De wolk krijgt het koud en wordt zwaar. 'O nee, hè!', zegt hij, 'ik regen!' En inderdaad, hij verandert in dikke natte druppels en stort kilometers naar beneden tot hij te pletter valt op een rots. Een keiharde, ongenadige, onwrikbare, gladde rots. De regen die wolk was, glijdt langs de rotswand naar beneden de aarde in. Daar moet hij wachten tot de planten hem met hun wortels opzuigen. En nog langer moet hij wachten tot die planten hem opnieuw uitademen als vochtige lucht, die mee opgenomen wordt naar het wolkendek. 'Dit is geen leven', denkt de wolk. 'Die rots daar, die ligt daar al duizenden jaren onwrikbaar te zijn. Niets kan hem deren. En ik glij zomaar langs hem heen. Wat zou het heerlijk zijn om een rots te zijn. Zo stevig. Zo eeuwig.'

'Je bent wat je wilt zijn', zegt de stem en wolk wordt rots. Stevig staat hij aan de voet van een grote berg. Hij geniet van de zon die hem warmt en van de regen die hem verkoelt. 'Ha, je kan lekker niks', roept hij tegen de wind die om hem heen giert. 'Ik wijk geen millimeter.' Rotsvast en vol zelfvertrouwen staat hij daar zichzelf te zijn. 'Dit houd ik nog wel een paar eeuwen vol zo', denkt de rots. Maar op een dag komt er een steenhouwer. Hij wrikt de rots los uit zijn omgeving, laadt hem op zijn kar en brengt hem naar zijn werkplaats in de vallei. Daar hakte de steenhouwer op de rots in om kunst van hem te maken. Tik tik beng! doen hamer en beitel van de beeldhouwer. Het doet pijn, dat hakken. Maar dat is niet het ergste. Wat de rots het meeste raakt is dat hij er niets, helemaal niets, tegen kan doen. Hij kan niet schreeuwen, niet uit elkaar vallen, niet terugslaan of inhakken op de beeldhouwer, niks! 'Was ik maar steenhouwer', denk de rots. 'Dan stond ik hier niet zo machteloos, maar kon ik zelf kiezen.'

'Je bent wat je wilt zijn', zegt de stem en rots wordt steenhouwer. Nu pas is hij volmaakt gelukkig. Fluitend hakt de steenhouwer in een rotsblok. 'Wat heb ik toch een heerlijk werk', denkt hij. En aan het eind van de dag keert hij moe maar voldaan terug naar zijn huis. Hij geniet van een eenvoudig maal en vertelt zijn vrouw wat hij die dag gemaakt heeft. 'Ik heb het mooiste beroep op aarde', zegt de man die rijk is geweest, en koning, zon, wolk en rots, maar die vooral steenhouwer is. 'Ik zou nooit meer iets anders willen zijn.'

ADRES PRAKTIJK

Kapelsestraat 187

2950 Kapellen 

FOLLOW US

Volg ons op Social Media!
Op Facebook en Twitter, en nieuwsbrieven via email.